Esther Ouwehand van de PvdD betoonde solidariteit en medeogen voor de Palestijnen, die en masse nu vermoord worden door Israël. Dit deed zij door kleren te dragen die toevallig de Palestijnse vormen en kleuren hadden.
Maar Bosma had daar iets op tegen, en claimde dat dit niet neutraal was, hoewel de Tweede Kamer juist de plek is om je politieke mening te betuigen.
Esther Ouwehand had enkel een Palestijnse vlag als kleren. Martin Bosma droeg een Prinsenvlag, een symbool van de NSB, die landverraders waren ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Kamerleden moeten zonder druk of beïnvloeding hun werk kunnen uitvoeren. Uiteraard mag je daar niet demonstreren.
Dat kunnen zij ook. Maar dat je geen spandoeken of borden mee mag nemen op de tribunes, is gestoord.
Prima als je geen haatdragende borden enz. mee mag nemen, maar een doek dat protesteert tegen de inperking van het demonstratierecht mag niet? Of een Kamerlid mag niet haar mening uiten? JUIST daar waar we beslissingen over de politiek nemen, moeten we kunnen demonstreren!
Wanneer is het haatdragend en wanneer niet? Er is een heel grijs, subjectief gebied daar. Daarnaast mogen kamerleden hun mening wel uiten via taal. Als ze in de tweede kamer spreken hebben ze daar zelfs meer ruimte voor dan daarbuiten.